NVvH Chirurgendagen 2020

ABSTRACT
Categorie: Upper GI, Oesophagus, Maag

Surveillance met FDG-uptake bij patiƫnten met een klinisch complete respons na neoadjuvante chemoradiotherapie voor slokdarmkanker

M.J. Valkema1, B.J. van der Wilk1, B.M. Eyck1, B.P.L. Wijnhoven1, M.C.W. Spaander2, S.M. Lagarde1, G.A.P. Nieuwenhuijzen3, M.N. Sosef4, J.J.B. van Lanschot1, R. Valkema5
1Erasmus MC - Lokatie Rotterdam, ROTTERDAM, Chirurgie
2Erasmus MC - Lokatie Rotterdam, ROTTERDAM, MDL
3Catharina Ziekenhuis, EINDHOVEN, Oncologische chirurgie
4Zuyderland - Ziekenhuis Heerlen, HEERLEN, Chirurgie
5Erasmus MC - Lokatie Rotterdam, ROTTERDAM, Radiologie en Nucleaire Geneeskunde

Introductie

Patiënten met slokdarmkanker zonder detecteerbaar tumorresidu 12 weken na neoadjuvante chemoradiotherapie (nCRT) komen mogelijk in aanmerking voor actieve surveillance. Vanwege postradiatie-oesofagitis is eenmalige FDG-PET/CT 12 weken na nCRT niet betrouwbaar voor detectie van tumorresidu. Wij onderzochten of seriële FDG-PET/CT scans wel bruikbaar zijn voor de detectie van tumor na nCRT.

Methode

Patiënten met een klinisch complete respons (cCR; geen aantoonbare tumor met biopten en endo-echoscopie) 12 weken na nCRT werden geselecteerd uit het databestand van de (pre)SANO-studies. Patiënten ondergingen actieve surveillance volgens een gestandaardiseerd protocol (Afbeelding 1). In elke FDG-PET/CT scan werd ter plaatse van het tumorbed het FDG-signaal gemeten, uitgedrukt als maximale gestandaardiseerde opnamewaarde gecorrigeerd voor de vetvrije (lean) massa (SULmax). De procentuele toe-/afname van SULmax werd berekend tussen de laatst beschikbare scan en de scan 12 weken na einde nCRT. De definitie voor tumorresidu was histologisch bewezen lokale tumor bij biopsie of na een slokdarmresectie.

Resultaten

Van de 41 patiënten die werden geïncludeerd in de studie ontwikkelden 23 een lokaal tumorresidu tijdens een mediane follow-up van 6.4 maanden (interkwartiele range (IQR) 5.8-10). De mediane SULmax-toename was bij 18 uit 23 patiënten 18% (IQR 13%-41%; Afbeelding 2) en bij 5 uit 23 >200%. De overige 18 patiënten hadden een persisterende cCR tot een mediane follow-up van 18 maanden (IQR 9.8-25) (stop follow-up bij 3 uit 18 door lymfeklier- of afstandsmetastasen) met een mediane SULmax-afname van 11% (IQR -36%-1.2%; Afbeelding 2). De laagste SULmax-waarde bij een persisterende cCR werd vanaf 6-9 maanden na nCRT bereikt (Afbeelding 3).

Conclusie

Toename van het FDG-signaal tijdens actieve surveillance was geassocieerd met een lokaal tumorresidu. Patiënten met een persisterende cCR hadden een stabiel of afnemend FDG-signaal. Een sterk stijgend FDG-signaal is suspect voor tumorresidu. Tot slot lijkt post-radiatie oesofagitis op FDG-PET/CT vanaf 6-9 maanden na nCRT te zijn uitgedoofd.

 

Elke klinische responsevaluatie (CRE) bestaat uit een FDG-PET/CT scan, endoscopie met biopten en endo-echoscopie met fijne naald aspiratie van verdachte lymfklieren. *Bij CRE-1 wordt FDG-PET/CT alleen verricht indien het biopt tumor-positief is.

Weergave van mediane en interkwartiele range van de toe- of afname van SULmax tijdens actieve surveillance voor klinisch complete responders (cCR) en klinisch niet-complete responders (cNCR).

Weergave van mediane en interkwartiele range van SULmax per klinische responsevaluatie tijdens actieve surveillance bij patiƫnten met een persisterend klinisch complete respons.