NVvH Chirurgendagen 2020

ABSTRACT
Categorie: Vaatchirurgie arterieel, veneus & diabetische voet

Uitkomsten van octogenarians na operatie in verband met een geruptureerd abdominaal aorta aneurysma in Nederland

A.J. Alberga1, E.G. Karthaus2, J.L. de Bruin3, J.A. van Herwaarden4, J.J. Wever5, H.J.M. Verhagen3
1Dutch Institute of Clinical Auditing, Leiden
2AMC - Lokatie Amsterdam, AMSTERDAM
3Erasmus MC - Lokatie Rotterdam, ROTTERDAM, Vaatchirurgie
4UMCU - Lokatie Utrecht, UTRECHT, Vaatchirurgie
5HagaZiekenhuis - Lokatie Leyweg, S-GRAVENHAGE, Vaatchirurgie

Introductie

De beslissing om patiënten met een geruptureerd abdominaal aorta aneurysma (rAAA) wel of niet chirurgisch te behandelen is vaak moeilijk, niet vrijblijvend en zou mede gebaseerd moeten zijn op de overlevingskans. Hogere leeftijd is geassocieerd met postoperatieve mortaliteit in rAAA-patiënten, echter zijn perioperatieve gegevens van octogenarians in Nederland momenteel onbekend.

Methode

Alle patiënten geregistreerd in de Dutch Surgical Aneurysm Audit (DSAA) vanwege een interventie voor een rAAA tussen 2013 en 2018 werden geïncludeerd. Patiënten werden onderverdeeld in de groepen octogenarians (80 jaar en ouder) en non-octogenarians (t/m 79 jaar). Patiëntkarakteristieken, behandelkarakteristieken, perioperatieve mortaliteit en majeure complicaties werden tussen beide groepen vergeleken na endovasculair en open herstel. Er werd gekeken welke subgroepen octogenarians hoge danwel lage perioperatieve risico’s hadden ten opzichte van non-octogenarians na endovasculair en open herstel.

Resultaten

In totaal werden 2895 patiënten (794 octogenarians) geïncludeerd, waarvan 382 octogenarians (48%) EVAR ondergingen. Perioperatieve mortaliteit van octogenarians na EVAR was 37.2% vergeleken met 14.8% bij non-octogenarians (RR 2.5, CI 2.0-3.1). Na open herstel betrof dit 50.2% voor octogenarians vergeleken met 29.8% voor non-octogenarians (RR 1.7, CI 1.5-1.9). Het percentage majeure complicaties voor octogenarians na zowel EVAR als open herstel is significant hoger ten opzichte van non-octogenarians. Na EVAR betrof dit 67.0% voor octogenarians vergeleken met 46.6% voor non-octogenarians (RR 1.4, CI 1.3-1.6). Na open herstel betrof dit 76.5% voor octogenarians vergeleken met 58.4% voor non-octogenarians (RR 1.3, CI 1.2-1.4).

Conclusie

Octogenarians hebben een hoge mortaliteit en grote kans op majeure complicaties wanneer zij worden geopereerd aan een rAAA. Het beschrijven van de perioperatieve risico’s van octogenarians levert een belangrijke bijdrage aan de besluitvorming rond de behandeling van deze patiënten met een rAAA.