NVvH Chirurgendagen 2020

ABSTRACT
Categorie: Mammachirurgie

Reductie van seroomvorming en de gevolgen hiervan na borstamputatie door het sluiten van de dode ruimte: een multicenter, dubbelblind, gerandomiseerde klinische studie (SAM studie)

L. de Rooij1, S.M.J. van Kuijk2, R.W.Y. Granzier1, K.F.H. Hintzen1, C. Heymans1, L.L.B. Theunissen1, E.M. von Meyenfeldt3, J.A. van Essen4, E.R.M. van Haaren1, A. Janssen1, Y.J.L. Vissers5, G.L. Beets6, J. van Bastelaar1
1Zuyderland - Ziekenhuis Sittard-Geleen, SITTARD, Chirurgie
2Maastricht Universitair Medisch Centrum+, MAASTRICHT, Klinische epidemiologie
3Albert Schweitzer Ziekenhuis - Lokatie Dordwijk, DORDRECHT, Chirurgie
4Sint Jans Gasthuis Weert, WEERT, Chirurgie
5Zuyderland - Ziekenhuis Heerlen, HEERLEN, Longchirurgie
6Nederlands Kanker Instituut - Antoni Van Leeuwenho - Lokatie Amsterdam, AMSTERDAM, Chirurgie

Introductie

Seroomvorming is een veelvoorkomende complicatie na borstamputatie en kan nadelige gevolgen hebben zoals herhaalde seroompuncties, infectie en vertraagde wondgenezing. Het sluiten van de dode ruimte middels flapfixatie blijkt veelbelovend om dit te voorkomen, echter de vraag is welke techniek superieur is.

Methode

Patiënten met een indicatie voor borstamputatie met of zonder okselklierdissectie werden van juni 2014 tot en met juli 2018 geïncludeerd in vier verschillende centra. Patiënten werden gerandomiseerd in één van de drie groepen met verschillende wondsluitingstechnieken: conventionele wondsluiting, flapfixatie met hechtingen of flapfixatie met weefsellijm. De primaire uitkomstmaat was de noodzaak tot seroompunctie. Secundaire uitkomstmaten waren extra polibezoeken, wondinfectie, schouderfunctie, patiënt gerapporteerde cosmetiek, skin dimpling en postoperatieve pijn scores.

Resultaten

In totaal werden 339 patiënten geïncludeerd, waarvan 115 in de conventionele groep (CON), 111 in de groep flapfixatie met hechtingen (FFS) en 113 in de groep flapfixatie met weefsellijm (FFG). Flapfixatie na borstamputatie leidt tot minder seroompuncties in vergelijking met conventionele wondsluiting (CON 17.5% vs. FFS 7.3% vs. FFG 10.8%, p=0.057), met een significant verschil voor flapfixatie met hechtingen vergeleken met conventionele wondsluiting (OR 0.37, 95% CI: 0.16-0.89, p=0.025). Secundaire uitkomstmaten toonden geen statistisch significante verschillen tussen alle groepen.

Conclusie

Dit is de eerste dubbelblind, gerandomiseerde studie die aantoont dat flapfixatie met hechtingen na borstamputatie de techniek van voorkeur is om seroompuncties te reduceren. Wij zouden chirurgen adviseren om na borstamputatie standaard flapfixatie met hechtingen te verrichten.