Categorie: Colorectaal: maligne
Zorggebruik gedurende follow-up van patiƫnten met colorectaal carcinoom
S.M. Qaderi1, N.P.M. Ezendam2, R.H.A. Verhoeven2, J.A.E. Custers3, J.H.W. de Wilt1, F Mols2
1Radboudumc - Lokatie Nijmegen, NIJMEGEN, Chirurgie
2IKNL, Utrecht, nvt
3Radboudumc - Lokatie Nijmegen, NIJMEGEN, Medische Psychologie
Introductie
Er is een grote variatie in zorggebruik en zorgbehoefte bij patiënten met colorectaal carcinoom (CRC). Het doel van deze studie was om te inventariseren welke nazorg CRC-patiënten kregen en in hoeverre de Oncoline richtlijn opgevolgd werd. Tevens werd gekeken of bepaalde patiënt-, tumor- of behandelfactoren correleren met toegenomen follow-up zorggebruik.
Methode
Gegevens van CRC-patiënten die meededen aan de prospectieve cohortstudie PROFIEL en die gediagnosticeerd waren tussen 2000-2009 werden gebruikt. Er deden in totaal 2450 stadium I-III CRC-patiënten mee, die in 2010 de Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS), Short Form Health Survey (SF-12), EORTC QLQ-CR38 en Fatigue Assessment Score (FAS) vragenlijsten hebben ingevuld. Daarnaast werden (zelf gerapporteerde) zorggebruik en zorgbehoefte gegevens verzameld. Toegenomen follow-up zorggebruik werd gedefinieerd als ≥2 afspraken per jaar dan de Oncoline richtlijn aanbeveelt. Middels multivariabele regressieanalyses werd onderzocht of er een associatie was tussen enerzijds socio-demografische, behandelkarakteristieken of patiënt gerapporteerde uitkomsten en anderzijds toegenomen zorggebruik.
Resultaten
Het gemiddelde aantal kanker-gerelateerde bezoeken bij de huisarts en de medische specialist was respectievelijk 1.7 en 4.2 gedurende het eerste follow-up jaar. Meer dan 80% van de CRC-patiënten, ongeacht in welke follow-up jaar men zat, was tevreden met het eigen follow-up schema. Afhankelijk van het follow-up jaar, werd 49-71% van de patiënten gevolgd volgens de Oncoline richtlijnaanbevelingen. Ongeveer 29-47% had, vergeleken met de richtlijn, een toegenomen zorggebruik. CRC-patiënten met stadium III ziekte, en vooral diegenen die chemotherapie hadden ondergaan hadden het hoogste zorggebruik. Daarnaast correleerden laag socio-economische status (SES), het hebben van een stoma en vermoeidheid met toegenomen follow-up zorggebruik.
Conclusie
CRC-patiënten werden overwegend volgens de Oncoline richtlijn gevolgd. Een substantieel percentage werd vaker dan aanbevelingen gevolgd. Toegenomen follow-up zorggebruik was gecorreleerd met een hoger ziektestadium, laag SES, stoma, chemotherapie en vermoeidheidklachten. Er moet onderzocht worden hoe toegenomen zorggebruik gereduceerd kan worden, met tegelijkertijd aandacht voor de behoeften van patiënten.
Algemene en kanker-gerelateerde bezoeken van CRC-patienten aan de medisch specialist (MS) en huisarts (GP).
Het percentage CRC-patienten dat follow-up ondergaat volgens de Oncoline richtlijn.