Categorie: Hoofdhals en endocriene chirurgie
Kwantificatie van bijschildklierperfusie met indocyanine groen angiografie om hypoparathyreoïdie na schildklierchirurgie te voorkomen
ME Noltes1, 2, 3, MJH Metman3, W.T. Heeman3, 4, L Rotstein1, AH Brouwers2, GM van Dam5, JD Pasternak1, S. Kruijff6
1University Health Network, Toronto, Endocrine Surgery
2Universitair Medisch Centrum Groningen, GRONINGEN, Nucleaire geneeskunde
3Universitair Medisch Centrum Groningen, GRONINGEN, Oncologische chirurgie
4LIMIS Development BV, Leeuwarden, LIMIS
5Universitair Medisch Centrum Groningen, GRONINGEN, Chirurgie
6Universitair Medisch Centrum Groningen, GRONINGEN, Endocriene chirurgie
Introductie
Indocyanine groen (ICG) kan worden gebruikt om bijschildklierperfusie na totale thyreoïdectomie (TTx) te beoordelen, met als doel hypoparathyreoïdie te voorkomen door middel van selectieve autotransplantatie. Een kwantitatieve methode die hypoparathyreoïdie voorspelt ontbreekt momenteel. Deze studie beoogt om een voorspellend model voor hypoparathyreoïdie te ontwikkelen door ICG-angiografie bijschildklierperfusie patronen te analyseren.
Methode
Dit is een prospectieve proof-of-concept studie met ICG-angiografie na TTx. ICG werd, na thyreoïdectomie intraveneus geïnjecteerd (10 mg totaal) en de fluorescentie-intensiteit van de bijschildklierperfusie werd real-time gemeten gedurende twee minuten. Perfusiegrafieken werden postoperatief geproduceerd, waarbij de tijd werd afgezet tegen de fluorescentie-intensiteit per bijschildklier. De bijschildklierperfusie patronen werden geanalyseerd op basis van de perfusiegrafiek eigenschappen. De belangrijkste kwantificatie-eindpunten waren het verschil van instroom-naar-uitstroom curves, beschreven als de perfusiehelling (in arbitrary flow units [AU]/seconde) en de instroom-tot-80%-uitstroom range (IUR), in seconden.
Resultaten
We includeerden tien patiënten in deze studie. Drie patiënten werden gediagnosticeerd met postoperatieve hypoparathyreoïdie (PTH <1,5 pmol/L) en behandeld met calcium- en calcitriolsuppletie. De perfusiegrafieken van patiënten zonder postoperatieve hypoparathyreoïdie vertoonden een steilere helling en snellere uitstroom dan die van patiënten met postoperatieve hypoparathyreoïdie (Figuur 1). In een post-dissectie goed-gevasculariseerde bijschildklier bleek de perfusiehelling >5,0 AU/seconde te zijn met een IUR <6 seconden. Bij patiënten met postoperatieve hypoparathyreoïdie was de helling van de beste gevasculariseerde bijschildklier lager (<4,1 AU/seconde) en was de IUR >7 seconden.
Conclusie
Het analyseren van ICG-perfusiepatronen met perfusiegrafieken lijkt een geschikte methode voor het kwantificeren van bijschildklierperfusie om zo tijdelijke hypoparathyreoïdie te voorspellen. In de volgende onderzoeksfase zullen we de correlatie met lange-termijn overleving van bijschildklieren analyseren. Deze techniek kan van waarde zijn voor schildklierchirurgen om beter te selecteren voor een bijschildklier-autotransplantatie.
Figuur 1. Bijschildklier (pijl) ICG-fluorescentiebeelden met perfusiegrafieken van een patiënt zonder postoperatieve hypoparathyreoïdie (A, C) en een patiënt met postoperatieve hypoparathyreoïdie (B, D). Elke curve representeert een enkele bijschildklier.