NVvH Chirurgendagen 2020

ABSTRACT
Categorie: Upper GI, Oesophagus, Maag

Ernst van naadlekkage na verschillende soorten oesofaguscardiaresectie: een nationale cohortonderzoek.

M.H.P. Verstegen1, A.E. Slaman2, B.R. Klarenbeek1, M.I. van Berge Henegouwen2, S.S. Gisbertz2, C. Rosman3, F. van Workum1
1Radboudumc - Lokatie Nijmegen, NIJMEGEN, Chirurgie
2AMC - Lokatie Amsterdam, AMSTERDAM, Chirurgie
3Radboudumc - Lokatie Nijmegen, NIJMEGEN, Urologie

Introductie

Naadlekkage blijft een groot probleem na oesofaguscardiaresectie en het is onbekend of de ernst van een naadlekkage verschilt tussen de verschillende soorten resectie. Het doel van deze studie was om de ernst van naadlekkage te vergelijken bij patiënten na een transhiatale, McKeown of Ivor Lewis oesofaguscardiaresectie.

Methode

Alle patiënten met naadlekkage na transhiatale, McKeown of Ivor Lewis oesofaguscardiaresectie tussen 2011 en 2019 werden geselecteerd uit de Dutch Upper Gastrointestinal Cancer Audit (DUCA). De primaire uitkomstparameter was een samengesteld eindpunt van re-operatie, heropname op de intensive care (IC) en 30-dagen/ziekenhuissterfte. Secundaire uitkomstparameters waren onder andere postoperatieve complicaties, aantal re-interventies en verblijfsduur in het ziekenhuis en op de IC. Een multivariate logistische regressie analyse werd uitgevoerd met correctie voor factoren die mogelijk gerelateerd zijn aan zowel de determinant als de uitkomst, namelijk leeftijd, geslacht, BMI, ASA-classificatie, neoadjuvante therapie, jaar van operatie en chirurgische behandeling (open of minimaal invasief).

Resultaten

Gegevens van 1034 patiënten met naadlekkage na transhiatale (n = 287), McKeown (n = 397) en Ivor Lewis (n = 346) oesofaguscardiaresectie werden geanalyseerd. Het primaire eindpunt kwam voor bij 36,3% van de naadlekkage patiënten na transhiatale resectie, bij 55,4% van de naadlekkage patiënten na McKeown resectie en bij 61,2% van de naadlekkage patiënten na Ivor Lewis resectie (p <0,001). In multivariate analyse bleken de gevolgen van naadlekkage na transhiatale en McKeown resectie minder ernstig in vergelijking met naadlekkage na Ivor Lewis resectie (OR 0,28, 95%BI 0,20-0,41, p <0,001 en OR 0,71, 95%BI 0,52-0,97, p=0,031, respectievelijk).

Conclusie

De gevolgen van naadlekkage zijn het meest ernstig na Ivor Lewis, matig ernstig na McKeown en het minst ernstig na transhiatale oesofaguscardiaresectie. Deze studie toont aan dat er in de klinische praktijk en onderzoek niet alleen rekening moet worden gehouden met de incidentie, maar ook met de ernst van naadlekkage.