Categorie: Mammachirurgie
Trends in verwijzing voor microcalcificaties binnen het bevolkingsonderzoek naar borstkanker
J.D. Luiten1, 2, A.C. Voogd3, 1, E.J.T. Luiten4, V.C.G. Tjan-Heijnen5, 1, L.E.M. Duijm6, 7
1Maastricht Universitair Medisch Centrum+, MAASTRICHT, Research Institute GROW
2ETZ Tilburg - Elisatbeth, Tilburg, Chirurgie
3Integraal Kankercentrum Nederland, Utrecht, Research
4Amphia Ziekenhuis - Lokatie Breda Molengracht, Breda, Oncologische chirurgie
5Maastricht Universitair Medisch Centrum+, MAASTRICHT, Interne Geneeskunde
6Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, Nijmegen, Radiologie
7Landelijk ReferentieCentrum voor Bevolkingsonderzoek, Nijmegen, Radiologie
Introductie
Het merendeel van de ductaal carcinoma in situ (DCIS) wordt gediagnostiseerd middels verdachte microcalcificaties op het mammogram. Echter niet alle microcalcificaties zijn gerelateerd aan onderliggende DCIS. Er is maar weinig bekend over de trends in detectie van microcalcificaties en met name de opbrengst hiervan.
Methode
In de periode januari 1997 tot december 2016 werd van 817.656 screeningsmammogrammen uit het bevolkingsonderzoek regio zuid het aantal verwijzingen voor microcalcificaties geanalyseerd. In totaal werden 18.592 vrouwen verwezen, waarvan 3.556 vrouwen, verwezen vanwege microcalcificaties, werden geïncludeerd.
In 2009/2010 (transitie periode) is analoge screening (SFM) geleidelijk vervangen door digitale screening (FFDM). We hebben geanalyseerd of de veranderingen in verwijzing van microcalcificaties en de opbrengst wat betreft DCIS en gradering waargenomen tijdens de overgang van SFM naar FFDM enkele jaren na de transitie aanhielden.
Resultaten
Het aantal verwijzingen vanwege microcalcificaties steeg in de periode 1997-2016 van 0,1% naar 0.5% (p<0.001). Deze stijging was tijdelijk geassocieerd aan de transitie van SFM naar FFDM. Het aantal verwijzingen vanwege microcalcificaties waarbij DCIS werd gediagnostiseerd steeg van 0,3 naar 1,1 per 1000 screeningsmammogrammen (p <0,001), resulterend in een afname van de positief voorspellende waarde van 51% tot 33% (p <0,001). Meer dan de helft van alle gediagnostiseerde DCIS waren van hooggradig (52,6%). De verdeling in DCIS-gradering was stabiel gedurende de gehele periode (p = 0,36).
Conclusie
In twintig jaar tijd, vervijfvoudigt het aantal verwijzingen vanwege microcalcificaties, terwijl het aantal gediagnostiseerde DCIS minder hard stijgt. Dit resulteert in een afname van de positief voorspellende waarde met 40% (van 42% naar 25%).
Flowchart van studiepopulatie
Trends in verwijzingen en opbrengst van microcalcificaties
Trend in PPV