NVvH Chirurgendagen 2020

ABSTRACT
Categorie: Long

Patiƫntenpreferentie omtrent invasieve mediastinale stadiƫring van resectabel niet-kleincellig longcarcinoom

J.E. Bousema1, F. Hoeijmakers2, M.G.W. Dijkgraaf3, J.T. Annema4, F.J.C. van den Broek1, M.E. van den Akker-van Marle5
1Maxima Medisch Centrum - Lokatie Veldhoven, VELDHOVEN, Chirurgie
2Leids Universitair Medisch Centrum, LEIDEN, Chirurgie
3AMC - Lokatie Amsterdam, AMSTERDAM, Klinische Epidemiologie, Biostatistiek en Bioinformatica
4AMC - Lokatie Amsterdam, AMSTERDAM, Longziekten
5Leids Universitair Medisch Centrum, LEIDEN, Medische Besliskunde

Introductie

Het gebruik van een bevestigende mediastinoscopie na endosonografie waarbij geen N2-3 metastasen aangetoond zijn tijdens invasieve mediastinale stadiëring van resectabel niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) is discutabel. De beperkte aanvullende diagnostische waarde (9%) lijkt niet op te wegen tegen de bijkomende morbiditeit. De vraag is nu of patiënten zelf een voorkeur hebben.

Methode

Deelnemers aan de MEDIASTrial (NTR6528) vulden een vragenlijst in. Uit literatuur, expert opinie (longartsen en chirurgen) en patiëntinterviews kwamen het risico op een zinloze long resectie (oncologisch zinloos in geval van onvoorziene N2 ziekte), complicaties bij stadiëring, duur van stadiëring, litteken van mediastinoscopie en resectie van de longtumor als naar voren als belangrijke attributen. Adaptieve conjuncte analyse werd gebruikt om de attributen te rangschikken, waarna met hiërarchische Bayesiaanse schatting het relatieve belang van elk attribuut werd bepaald. Met een trade-off methode werd vastgesteld hoeveel oncologisch zinloze long tumorresecties moeten worden voorkomen om de morbiditeit van bevestigende mediastinoscopie te kunnen accepteren.

Resultaten

De vragenlijst werd door 97 patiënten ingevuld (57%). De duur van de periode van stadiëring was significant het belangrijkste attribuut (RI 26.24; 95%-CI: 25.05-27.43), gevolgd door het risico op een oncologisch zinloze long tumor resectie (RI 23.44; 95%-CI: 22.28-24.60, p<.01). Daadwerkelijke resectie van de long tumor, complicaties van stadiërings procedures en het litteken van de mediastinoscopie waren minder belangrijke attributen. Het voorkomen van 7% of meer zinloze long tumor resecties compenseert de morbiditeit van mediastinoscopie. Echter, er bleken ook patiënten te zijn die altijd (39%) of nooit (38%) een bevestigende mediastinoscopie na negatieve endosonografie zouden willen ondergaan.

Conclusie

Patiënten met resectabel NSCLC vonden de duur van stadiëringsperiode significant het belangrijkste attribuut omtrent invasieve mediastinale stadiëring. Hiermee accepteren ze dus een kleine afname in accuratesse van het stadiëringproces, terwijl het voorkomen van minstens 7% oncologisch zinloze long tumor resecties de morbiditeit van een bevestigende mediastinoscopie na negatieve endosonografie compenseert.