NVvH Chirurgendagen 2020

ABSTRACT
Categorie: Long

Chirurgische mediastinale lymfeklierstadiëring in niet-kleincellig longcarcinoom: video-geassisteerde mediastinoscopische lymfadenectomie versus video-geassisteerde mediastinoscopie

R.A.M. van den Broek1, J.H.T. Daemen1, P.W.J. Lozekoot1, K.W.E. Hulsewé1, Y.J.L. Vissers1, J.G. Maessen2, E.R. de Loos1
1Zuyderland - Ziekenhuis Heerlen, HEERLEN, Longchirurgie
2Maastricht Universitair Medisch Centrum+, MAASTRICHT, Chirurgie

Introductie

Video-geassisteerde mediastinoscopische lymfadenectomie (VAMLA) is een chirurgische techniek voor mediastinale lymfeklierstadiëring bij niet-kleincellig longcarcinoom. In tegenstelling tot standaard video-geassisteerde mediastinoscopie (VAM) worden lymfeklierstations volledig geëxcideerd in plaats van gebiopteerd. Het doel van deze studie is het vergelijken van de toepasbaarheid, volledigheid en veiligheid van VAMLA ten opzichte van VAM.

Methode

439 patienten ondergingen chirurgische mediastinale lymfeklierstadiering tussen januari 2007 en december 2018 in het kader van niet-kleincellig long carcinoom.  Van 2007 tot 2010 werd VAM uitgevoerd (n=136), waarna van 2011-2018 VAMLA werd uitgevoerd (n=303). De minimale benodigdheden voor adequate mediastinale lymfeklier stadiëring volgens Europese richtlijnen (lymfeklieren 4 links, 4 rechts en 7), onvoorziene pN2 ziekte, complicaties, lengte van de operatie en totale lengte van de chirurgische mediastinale lymfeklierdissectie en eventuele anatomische resectie samen werden vergeleken. De statistiek werd uitgevoerd middels Chi-Square toets en Mann-Whitney U test.

Resultaten

Zoals weergegeven in tabel 1, werd adequate stadiëring volgens Europese richtlijnen verkregen in 91.7% van de VAMLA patiënten en bij 72.1% van de patiënten in de VAM groep (p<0.001). Daarbij is de kans op complicaties vergelijkbaar tussen beide groepen, met 6.9% in VAMLA en 5.1% in VAM (p=0.492). Onvoorziene pN2 ziekte neigt vaker voor te komen na VAM (6.6%) dan na VAMLA (3.0%, p=0.072). De operatieduur van VAMLA  was met 74.9 minuten hoger dan de VAM met 60.0 minuten (p<0.001), echter wanneer je totale operatieduur met anatomische resectie bekijkt is VAMLA korter dan VAM (256.7 minuten tegen 303.2 minuten; p<0.001).

Conclusie

VAMLA is een meer volledige techniek voor mediastinale lymfeklierstadiëring, zonder daarbij het risico op complicaties te vergroten. Tevens lijkt de kans op onvoorziene pN2 ziekte kleiner te zijn na VAMLA dan na VAM en is de totale operatieduur vergelijkbaar tussen VAMLA en VAM.

 

Tabel 1. Operatie resultaten VAMLA vs. VAM