NVvH Chirurgendagen 2020

ABSTRACT
Categorie: Colorectaal: maligne

De optimale behandelsequentie voor patiënten met een lokaal uitgebreid rectumcarcinoom en synchrone levermetastasering: een vergelijking van twee schema’s in Nederland.

J.M. van Rees1, M.F. Krul2, N.F.M. Kok2, E.N.D. Kok2, P.M.H. Nierop3, 4, G.L. Beets5, C. Verhoef4, J. Rothbarth1, D.J. Grünhagen4, K.F.D. Kuhlmann2
1Erasmus MC - Lokatie Rotterdam, ROTTERDAM, Oncologische chirurgie
2Nederlands Kanker Instituut - Antoni Van Leeuwenho - Lokatie Amsterdam, AMSTERDAM, Oncologische chirurgie
3Ikazia Ziekenhuis, ROTTERDAM, Chirurgie
4Erasmus MC Kanker Instituut, Rotterdam, Oncologische en Gastrointestinale Chirurgie
5Nederlands Kanker Instituut - Antoni Van Leeuwenho - Lokatie Amsterdam, AMSTERDAM, Chirurgie

Introductie

In Nederland worden verschillende behandelsequenties gehanteerd voor patiënten met een rectumcarcinoom en synchrone levermetastasering. Twee van deze sequenties zijn het M1-schema (M1) en de liver-first strategie (LF). De optimale behandelsequentie is vooralsnog onbekend. We onderzochten mogelijke verschillen in oncologische uitkomsten tussen patiënten die behandeld werden met M1 en LF.

Methode

Patiënten met lokaal uitgebreid rectumcarcinoom en potentieel resectabele levermetastasen behandeld tussen 2006 en 2018 in negen verwijscentra in Nederland werden retrospectief geanalyseerd. M1 bestaat uit kortdurende radiotherapie (5x5Gy) op het rectum gevolgd door systemische therapie en resectie van beide tumorlocaties. LF bestaat uit systemische therapie gevolgd door lokale behandeling van de levermetastasen, (chemo)radiotherapie op het rectum en resectie van de rectumtumor. Enkel patiënten waarbij aan de eerste chirurgische ingreep is begonnen werden geïncludeerd.

Resultaten

Er werden 281 patiënten geïncludeerd. Het schema werd voltooid bij 117/147 (79.6%) M1 patiënten en bij 94/134 LF patiënten (70.1%) (p=0.068). De 5-jaars overleving in M1 was 38.0% (95%CI: 30.3-47.8) en 38.0% (95%CI: 29.3-49.3) in LF (p=0.370). De mediane tijd tot ziekteprogressie was 16.6 maanden voor M1 en 16.2 maanden voor LF (p=0.753). M1 duurde korter dan LF (37 weken vs. 45 weken, p<0.001). Radiologische complete responses traden op bij 10% in M1 en 4.3% in LF (p=0.253). Complete responses (klinisch en pathologisch) kwamen voor in 16.8% in M1 en 11.5% in LF (p=0.289).

Conclusie

Beide behandelsequenties hebben gelijke oncologische uitkomsten. Hoewel er geen significant verschil werd gevonden, hebben patiënten in M1 mogelijk meer kans op een complete response. Dit zou in de toekomst kunnen leiden tot meer rectum sparende behandelingen bij patiënten met een rectumcarcinoom en synchrone levermetastasering.

 

Overlevingscurve volgens Kaplan-Meier van patiënten met lokaal uitgebreid rectumcarcinoom met synchrone levermetastasering die behandeld werden volgens M1 en LF.