Categorie: HPB

B.T. Bootsma¹, V.D. Plat², D. E. Huisman², M. G. Besselink³, M. T. de Boer⁴, D Boerma⁵, P. B. van den Boezem⁶, B.A. Bonsing⁷, K. Bosscha⁸, P. P. L. O. Coene⁹, R. M. van Dam¹⁰, J. Hagendoorn¹¹, E. Harst⁹, I.H. de Hingh¹², C. H. C. de Jong¹⁰, R. H. de Kleine⁴, C.J.H.M. van Laarhoven⁶, M.D. Luyer¹², V.B. Nieuwenhuijs¹³, G.A. Patijn¹³, H.C. van Santvoort¹⁴, G. P. van der Schelling¹⁵, J. H. Wijsman¹⁵, B. M. Zonderhuis², G. Kazemier², F. Daams¹, D. P. C. G. Dutch Pancreatic Cancer Group³

¹VU medisch centrum, AMSTERDAM, Chirurgie
²Amsterdam UMC, locatie VUmc, Amsterdam, Chirurgie
³Amsterdam UMC, locatie AMC, Amsterdam, Chirurgie
⁴Universitair Medisch Centrum Groningen, GRONINGEN, Chirurgie
⁵Sint Antonius Ziekenhuis - Lokatie Nieuwegein, NIEUWEGEIN, Heelkunde
⁶Radboudumc - Lokatie Nijmegen, NIJMEGEN, Chirurgie
⁷Leids Universitair Medisch Centrum, LEIDEN, Chirurgie
⁸Jeroen Bosch Ziekenhuis - Lokatie 's-Hertogenbosch, S-HERTOGENBOSCH, Chirurgie
⁹Maasstad Ziekenhuis, ROTTERDAM, Chirurgie
¹⁰Maastricht Universitair Medisch Centrum+, MAASTRICHT, Chirurgie
¹¹UMCU - Lokatie Utrecht, UTRECHT, Chirurgie
¹²Catharina Ziekenhuis, EINDHOVEN, Chirurgie
¹³Isala Klinieken Zwolle, ZWOLLE, Chirurgie
¹⁴Sint Antonius Ziekenhuis - Lokatie Nieuwegein, NIEUWEGEIN, Chirurgie
¹⁵Amphia Ziekenhuis - Lokatie Breda Molengracht, BREDA, Chirurgie

Introductie

Somatostatine analogen (SA) worden gebruikt ter preventie van postoperatieve pancreasfisteling (POPF). De variatie in gebruik tussen ziekenhuizen is echter groot. Deze studie evalueert het effect van de verschillende SA-protocollen in Nederland op het ontwikkelen van POPF, met behulp van de nationale data van de Dutch Pancreatic Cancer Audit (DPCA).

Methode

DPCA-data werd gebruikt van patiënten die een electieve pancreaticoduodenectomie ondergingen tussen 2014 en 2017. Patiënten werden onderverdeeld in vier groepen: geen SA-protocol, octreotide-, lanreotide- of pasireotide protocol, afhankelijk van de lokale ziekenhuisprotocollen. Primaire uitkomstmaat was een graad B of C POPF. De updated alternative Fistula Risk Score werd gebruikt om het effect in verschillende risicoscenario’s te analyseren.

Resultaten

1833 patiënten werden geanalyseerd uit 13 verschillende ziekenhuizen. POPF kwam minder voor bij patiënten die behandeld werden volgens een lanreotide protocol (10.6%) of zonder SA-protocol (13.2%), vergeleken met patiënten waarbij een pasireotide- (17.7%) of octreotide protocol (17.3%, p=0.010) gebruikt werd. Na correctie voor geslacht, BMI, aspect van het pancreas en de diameter van de ductus pancreaticus toonde multivariate regressieanalyse een lage odds ratio op het ontwikkelen van POPF bij gebruik van een lanreotide protocol (OR 0.442, 95% CI 0.235-0.832). Bij octreotide (OR 1.177, 95% CI 0.735-1.884) en pasireotide (OR 1.484, 95% CI 0.836-2.633) werd dit effect niet gezien.

Conclusie

De variatie in gebruik van SA ter preventie van POPF na pancreaticoduodenectomie in Nederland is groot en er is nog geen consensus. Deze retrospectieve studie laat zien dat lanreotide is geassocieerd met een lage odds ratio op het ontwikkelen van een graad B of C POPF.