NVvH Chirurgendagen 2020

ABSTRACT
Categorie: Long

Videogeassisteerde thoracoscopische lobectomie versus stereotactische radiotherapie voor klinisch stadium I niet-kleincellig longcarcinoom bij oudere patiƫnten: een propensity score gematchte analyse

E.J. Veen1, D.E.M.A. Detillon1, M.J. Aarts2, K de Jaeger3, C.H.J. van Eijck4
1Amphia Ziekenhuis - Lokatie Breda Molengracht, BREDA, Heelkunde
2Integraal Kankercentrum Nederland, Utrecht, Research and Development
3Catharina Ziekenhuis, EINDHOVEN, Radiotherapie-oncologie
4Erasmus MC - Lokatie Rotterdam, ROTTERDAM, Chirurgie

Introductie

Er bestaat een duidelijke heterogeniteit in de groep patiënten, die chirurgisch dan wel met stereotactische radiotherapie (SBRT) zijn behandeld voor het niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Het doel van deze studie was een betrouwbaarder antwoord te geven over overlevingscijfers in een gematchte groep patiënten, die een lobectomie of SBRT ondergingen.

Methode

Tussen 2010-2015 ondergingen 792 patiënten van ≥65 jaar een VATS lobectomie of SBRT. (table 1)De primaire analyse bevatte gegevens van alle patiënten, waarbij gematcht werd op leeftijd, geslacht, comorbiditeiten ( Charlson Comorbidity Index (CCI), CCI-score, aantal comorbiditeiten), klinisch TNM-stadium, tumorlocatie, tumorhistologie en de aan- of afwezigheid van pathologische bevestiging. De secundaire analyse bevatte gegevens van een subgroep, met gegevens over longfunctie. Er werd gematcht op FEV1% en DLCO%, evenals alle variabelen uit de primaire analyse, behalve comorbiditeiten uit de CCI, tumorhistologie en pathologische bevestiging, omdat dit resulteerde in een kleine groep gematchte patiënten. Voor ongebalanceerde variabelen werd gecorrigeerd

Resultaten

Voor ongematchte patiënten was de mediane overleving 77 maanden na VATS lobectomie en 38 maanden na SBRT. De 1-, 3- en 5-jaarsoverleving was respectievelijk 92%, 76% en 65% na VATS lobectomie en 90%, 52% en 29% na SBRT (p <0.001). 

Voor gematchte patiënten in de primaire analyse was de mediane overleving 77 maanden na VATS lobectomie en 33 maanden na SBRT. De 1-, 3- en 5-jaarsoverleving was respectievelijk 91%, 68% en 58% na VATS lobectomie en 87%, 46% en 29% na SBRT (p <0.001). De overlevingswinst na VATS lobectomie bleef bestaan in de secundaire analyse (p = 0.034).

figuur 1

Conclusie

Oudere patiënten met klinisch stadium I NSCLC lijken een betere overleving te hebben na VATS lobectomie dan na SBRT, ongeacht matching. Deze overlevingswinst na chirurgie zal klinisch relevant kunnen zijn rondom de besluitvorming bij de oudere fitte patiënt ten aanzien van de behandelkeuze

 

karakteristiek van de gematchte patienten groepen

Overlevings curves volgens Kaplan Meier