NVvH Chirurgendagen 2020

ABSTRACT
Categorie: Vaatchirurgie arterieel, veneus & diabetische voet

Endovasculair herstel van een aneurysma van de abdominale aorta in Nederland: hoe doen we het eigenlijk met de follow-up?

A.C.M. Geraedts1, S. Mulay1, S.M.L. de Mik1, M.J.W. Koelemay1, R. Balm1
1AMC - Lokatie Amsterdam, AMSTERDAM, Chirurgie

Introductie

De nieuwe Europese richtlijn adviseert om patiënten na EndoVascular Aneurysm Repair (EVAR) waarbij de initiële postoperatieve CT-scan geen afwijkingen laat zien pas na 5 jaar opnieuw te controleren. Het doel van deze studie: inzicht verkrijgen in de manier waarop patiënten na EVAR worden gecontroleerd in Nederland.

Methode

Retrospectieve analyse van patiënten met een asymptomatisch infrarenaal aneurysma van de abdominale aorta (AAA) die een electieve EVAR ondergingen tussen januari 2007 en januari 2012 met follow-up tot december 2018. Patiënten met een initiële abnormale CT-scan werden geëxcludeerd. Data werd verzameld in 16 ziekenhuizen. Patiënten werden ingedeeld in twee groepen: met of zonder jaarlijkse beeldvorming. De definitie ‘jaarlijkse beeldvorming’ hield in dat patiënten iedere 16 maanden beeldvorming moesten hebben ondergaan. Hypothetisch werd er geen verschil verwacht in het aantal reïnterventies en mortaliteit tussen patiënten met en zonder jaarlijkse beeldvorming. Overleving werd berekend met de Kaplan-Meier methode.

Resultaten

Alle opeenvolgende patiënten (n=1734) werden geanalyseerd. De 30-dagen mortaliteit was 0.4%. De gemiddelde follow-up duur was 64.2 maanden (0.07-143.9). Het merendeel onderging geen jaarlijkse beeldvorming (n=1137). Het type endoprothese en neklengte was verschillend in beide groepen. De baselinekarakteristieken staan in Tabel 1. Het percentage reïnterventies was niet verschillend bij patiënten met en zonder jaarlijkse beeldvorming, p=0.069. Aneurysma ruptuur trad op in 1.9% bij patiënten zonder jaarlijkse beeldvorming (24/1137) en in 2.1% bij patiënten met jaarlijkse beeldvorming (11/597) na gemiddeld 67.5 maanden (SD=32). De overleving was significant lager in de groep met jaarlijkse beeldvorming (p=0.000), Figuur 1.

Conclusie

Jaarlijkse beeldvorming lijkt geen beschermend effect te hebben op de overleving en minder beeldvorming kan overwogen worden bij patiënten met een initiële postoperatieve CT-scan zonder afwijkingen. Hoewel een ruptuur na EVAR zeldzaam is, lijkt jaarlijkse beeldvorming niet te beschermen tegen het optreden van een ruptuur.

 

Tabel 1: baseline karakteristieken. Continue variabelen zijn gepresenteerd als mediaan (interquartile range), categorische variabelen als nummers en percentages.

Figuur 1: Kaplan-Meier overlevingscurve voor patienten met en zonder jaarlijkse beeldvorming (p=0.000, log rank).